category_news

Hoe ziet de overvolle duurzame Noordzee er straks uit?

Gepubliceerd op
17 februari 2023

De Noordzee moet in 2050 zorgen voor een klimaat-neutrale energievoorziening in Nederland, minimaal 30% natuurgebied zijn, voor voedsel zorgen met visserij en aquacultuur en nog eens zes andere functies vervullen. Lukt en past dat allemaal? WUR onderzoekt onder meer de ecologische effecten van grote windmolenparken en meer zandwinning op zee. Martin Baptist werkt aan een serious game, ‘met alle gebruiksfuncties van de Noordzee.’

Nederland wil veel zonne- en windparken bouwen om het gebruik van fossiele energie af te bouwen, maar de toewijzing van gebieden in het kleine en volle Nederland vlot niet erg door verzet van omwonenden. Daarom kijkt de regering naar het ruime sop van de Noordzee. De Noordzee moet in 2050 de groene energiecentrale van Europa zijn. De laatste ambities komen uit op een netwerk van windparken op zee met zo’n 5.000 windturbines die ruim 70 gigawatt aan vermogen leveren. Dat is voldoende om aan de volledige Nederlandse elektriciteitsvraag te voldoen, waardoor de fossiele energiebronnen de komende decennia kunnen worden afgebouwd en Nederland aan het Klimaatakkoord voldoet.

Die windparken kosten veel ruimte. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schatte in 2018 dat de 5.000 windturbines tussen de 17% en 26% van het Nederlandse deel van de Noordzee vergen. Dat Nederlandse Continentaal Plat is 59.000 km2 groot, bijna anderhalf keer de oppervlakte van Nederland.

10% aan beschermd natuurgebied erbij

Tegelijkertijd heeft Nederland flinke ambities om de biodiversiteit op de Noordzee te verbeteren. In het Noordzeeakkoord heeft de regering met milieuorganisaties afgesproken dat 30% van het Nederlands Continentaal Plat natuurgebied wordt. Op dit moment zijn er zeven Natura2000-gebieden in de Noordzee, waaronder de Voordelta, Noordzeekustzone, de Klaverbank en de Doggersbank. Die gebieden samen vormen bijna 20% van de Nederlandse Noordzee. Daar moet dus ruim 10% aan beschermd gebied bij komen.

De laatste jaren herstellen veel vispopulaties zich, de aantallen zeehonden en bruinvissen nemen toe, terwijl de concentraties giftige stoffen en stikstof afnemen. Er is minder zwerfvuil in zee en de voor de zeebodem schadelijke boomkorvisserij is gekrompen. Maar ondanks die pluspunten is de Noordzee-natuur niet robuust en gaat het herstel te traag, stelt het PBL. Het planbureau schetst vier toekomstscenario’s voor de Noordzee, waaronder het scenario ‘Samen Duurzaam’ met ambitieuze klimaat- en biodiversiteitsdoelen. Dit duurzame scenario voorziet in herstel van een voedselweb met veel vissoorten, roggen en haaien en vergt minimaal 35% maar mogelijk 50% van het Noordzee-oppervlak.

Toekomst van de Noordzee volgens PBL-scenario IV Samen Duurzaam. Geel: windparken, blauw: windparken en aquacultuur en passieve visserij, lichtgroen: energieparken en natuurnetwerk, donkergroen: beschermd natuurgebied. Bron: PBL/H+N+S.
Toekomst van de Noordzee volgens PBL-scenario IV Samen Duurzaam. Geel: windparken, blauw: windparken en aquacultuur en passieve visserij, lichtgroen: energieparken en natuurnetwerk, donkergroen: beschermd natuurgebied. Bron: PBL/H+N+S.

Visserij, transport, defensie en recreatie

En dan hebben we nog de andere gebruiksfuncties van de Noordzee. De visserijsector vangt er schol, tong en haring. Er lopen belangrijke transportroutes voor schepen; in totaal 6% van het gebied. Er liggen 4.500 km aan pijpleidingen en 6.000 km aan kabels op de Noordzeebodem; samen 13% van het gebied. Defensie gebruikt 7% van het gebied voor vliegoefeningen. Er wordt op 160 productielocaties olie en gas gewonnen en er vindt zandwinning en recreatie plaats.

De centrale vraag van de PBL-studie was dan ook hoe de beperkt beschikbare ruimte in de Noordzee moet worden ingericht. Daarbij ontkomen we niet aan meervoudig ruimtegebruik, ofwel het combineren van verschillende gebruiksfuncties in het gebied, aldus het planbureau. Daar komt bij dat niemand de effecten van grootschalige windparken op dit moment kent en niet weet hoe het natuurnetwerk in de Noordzee eruit moet zien om de natuur- en milieudoelen te halen. Daarom loopt er nu veel onderzoek in de Noordzee om die toekomst te verkennen.

WUR doet onderzoek naar de ecologische effecten van windparken in het Wind Op Zee Ecologisch Programma (WOZEP). In dit 10-jarige onderzoeksprogramma van Rijkswaterstaat, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, meet WUR onder meer de effecten van windturbines op vissen en zeezoogdieren als bruinvis en zeehond: hebben die last van trilling en geluid? Ook schatten ze, met behulp van vliegtuigen, satellieten en algoritmen, het aantal vogels dat slachtoffer wordt van windmolens op zee.

Dode meeuwen en jan-van-genten

Bij windparken op zee zitten vooral meeuwen en jan-van-genten, zegt ecoloog Martin Baptist van Wageningen Marine Research. Berekeningen wijzen uit dat gemiddeld iets minder dan één meeuw en één jan-van-gent per jaar zich te pletter vliegen tegen de wieken van een windmolen. Dat is een laag aantal, beaamt Baptist, maar als er in 2050 5.000 windmolens in de Nederlandse Noordzee staan, dan praat je wel over 4.400 dode jan-van-genten en 3650 dode meeuwen per jaar. ‘En dat is toch wel een probleem, want dan blijven er vanzelf niet zoveel meeuwen en jan-van-genten meer over in de Noordzee. Daarom kijken we nu ook hoe we zeevogels bij windturbines kunnen afschrikken.’

Martin Baptist, onderzoeker Mariene Ecologie bij Wageningen Marine Research.
Martin Baptist, onderzoeker Mariene Ecologie bij Wageningen Marine Research.

Voorts probeert WUR het effect van windmolens op vleermuizen te bepalen. ‘Die vleermuizen hangen rond windturbines omdat daar veel insecten zitten. Nu hebben vleermuizen een heel goede sonar, maar er sneuvelen toch vleermuizen door ongelukken en drukverschillen nabij windturbines. Daar hebben we echter nog geen goed zicht op.’

Maar er zijn meer ecologische effecten, zegt collega Josien Steenbergen van Wageningen Marine Research. ‘De windturbines worden in zee op hun plek gehouden door rotsblokken op de zeebodem. Je kunt die rotsblokken zo formeren dat ze een broedkamer voor vissen worden. Een andere mogelijkheid is om artificiële riffen aan te leggen tussen windmolens. Wij willen uitzoeken wat er na de aanleg van windparken onder water gebeurt en welke formatie van rotsblokken en riffen leidt tot nieuwe habitats voor vissen.’

Wat gebeurt er onder water na de aanleg van windparken?

Steenbergen verwacht dat de visserij de komende jaren blijft afnemen, in lijn met de afspraken in het Noordzeeakkoord. De bouw van windparken en de aanwijzing van natuurgebieden zal de vangstgebieden verder beperken. Bovendien zorgen de hoge dieselprijzen op dit moment voor een versnelde afbouw van de kottervloot, ook al omdat er sinds het verbod op pulsvissen geen duurzaam alternatief is voor de boomkor om schol en tong te vangen Wat resteert, is een ‘duurzame visserij binnen de ecologische grenzen’ volgens de plannen.

De overheid voorzag vier jaar geleden ook een afbouw van de olie- en gaswinning op de Noordzee, maar dat was voor de Russische inval in Oekraïne. In de nieuwe realiteit blijven de boortorens op zee voorlopig in gebruik. Het is zelfs denkbaar om oliewinning en natuurontwikkeling tijdelijk te combineren.

Josien Steenbergen is onderzoekscoördinator windenergie op zee bij Wageningen Marine Research.
Josien Steenbergen is onderzoekscoördinator windenergie op zee bij Wageningen Marine Research.

Steenbergen voorziet ook een nieuwe tak van sport in de Noordzee: aquacultuur. Er lopen al proeven met zogenaamde ‘zeeboerderijen’ waar zeewier en mosselen worden geteeld. Dat zou je ook in windparken kunnen doen. Tot dusverre houden de eigenaren van de windparken die optie af, vanwege veiligheid en bereikbaarheid, maar met goede richtlijnen kun je die functies combineren, denkt Steenbergen. Ze ziet ook gelijk een beperking. ‘Met aquacultuur onttrek je nutriënten aan het zeewater die ook vissen benutten. We moeten goed kijken hoeveel nutriënten beschikbaar zijn en hoeveel aquacultuur mogelijk is zonder de andere soorten te belemmeren.’

Haar collega Baptist heeft geen hoge verwachtingen van de aquacultuur op zee. ‘Ik vraag me af wat de business case is van zo’n zeewierkwekerij op volle zee. Het is een plek waar alles kapot gaat – de installatie beweegt voortdurend, moet tegen storm kunnen, het zoute water tast de materialen aan en je krijgt onvoorziene aangroei van algen en zeepokken. Dus het wordt duur. Er zijn makkelijker en goedkopere plaatsen om de biobased economy te ontwikkelen.’

Drijvende zonneparken

Baptist voorziet wel een andere nieuwe sector in de Noordzee. Hij was betrokken bij de kaart ‘Nederland in 2120’, waarin WUR-onderzoekers een klimaatbestendig Nederland schetsten. ‘Wij voorzien dat we over enkele decennia drijvende zonneparken op zee hebben.’

Bovendien wijst Baptist op een onderbelichte gebruiksfunctie van de Noordzee die meer aandacht verdient: de zandwinning. Nederland wint veel zand in de Noordzee, voor wegen- en woningbouw, maar vooral om de kustverdediging op orde te houden. Dat zand komt uit een aangewezen ‘reserveringsgebied’ net voor de kust. De behoefte aan zand groeit de komende jaren, maar er zijn ook andere gebruiksfuncties in het reserveringsgebied. Daarmee ontstaat een mogelijk knelpunt, denkt Baptist.

Als we zand in een groter gebied gaan winnen, gaat er meer bodemleven kapot

‘Met zandwinning maak je de zeebodem kapot. Het beleid tot nu toe is dat we ondiep zand winnen, er ontstaan kuilen van twee meter, zodat die kuil zich snel kan vullen en de bodem herstelt. Als we zand in een groter gebied gaan winnen, gaat er meer bodemleven kapot – dat zit in de bovenste halve meter – en bovendien nemen de kosten dan toe. Het alternatief is dat we zand uit diepere kuilen van 6 meter halen. Dan duurt het langer voordat de vorm van de bodem hersteld is. Is dat erg? Dan moet je weten dat de Noordzee een onderstroom heeft naar de kust toe. In die onderstroom wordt jonge tong, schol en schar naar kinderkamers bij de kust gedreven. De vraag is: hoe beïnvloeden de diepe zandwinputten deze stroming met jonge platvis? Zo gaan we nu de ecologische effecten van zandwinning onderzoeken.’

Baptist wil zijn kennis verpakken in een serious game. ‘Een spel met alle gebruiksfuncties van de Noordzee. Dan gaan we data invoeren: daar en daar willen we zand winnen. Dan rekent het spel de effecten van de zandwinning op ecologie en visserij door. Dat moet leiden tot een goede zandwinstrategie.’

Tuinieren onder water

Terwijl het onderzoek bij zandputten, windparken, zeeboerderijen en natuurgebied in de Noordzee voortschrijdt, gaat de bouw van de windparken gewoon door. Volgens planning staan er in 2030 1.700 windturbines. ‘Dat zet wel veel druk op het onderzoek om snel met resultaten te komen’, stelt Steenbergen. Veel onderzoek kijkt of we functies in de Noordzee kunnen combineren en of medegebruik verstandig is. ‘Maar er loopt ook een principiële discussie: willen we wel tuinieren in natuurgebied onder water? Of laten ze delen van de Noordzee volledig met rust?’

Hoe de Noordzee er over 100 jaar uitziet weet niemand, maar Martin Baptist heeft nog wel een verrassende uitsmijter. Op de kaart ‘Nederland in 2120’ staan restanten van grootschalige windparken ingetekend op de Noordzee. ‘Zo’n windpark wordt voor een periode van 30 jaar gebouwd en dan is er wellicht weer een nieuwe techniek en efficiënter gebruik. Ik denk dat we over 100 jaar allang een andere energiebron hebben. Ik verwacht dat er dan overblijfsels van windturbines in zee staan die we voor andere doeleinden gebruiken.’