category_news

Klimaatdoelen 2030 haalbaar door veehouderij en voerproductie aan elkaar te koppelen

Gepubliceerd op
11 september 2023

Door de veehouderij en veevoerproductie in Nederland aan elkaar te koppelen zal de uitstoot van ammoniak (bijna de helft) en broeikasgassen (meer dan een kwart) verminderen, waarmee de nationale klimaatdoelen voor 2030 bijna worden gehaald. Dat is de belangrijkste conclusie van een onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science of The Total Environment. In dit onderzoek bepaalt de hoeveelheid voer die kan worden geproduceerd hoe groot de veestapel is.

In Nederland wordt veel veevoer geïmporteerd: de productie van het voer en het houden van vee zijn van elkaar losgekoppeld. Het voer wordt in de ene regio verbouwd en in een andere regio eten de dieren het op, wat leidt tot een opeenhoping van voedingsstoffen in Nederland. ‘Het opnieuw koppelen van veehouderij aan voederproductie creëert een natuurlijk plafond voor de veestapel’, zegt onderzoeker Ben van Selm. ‘De hoeveelheid voer dat in een regio wordt geproduceerd, bepaalt dan het aantal varkens, runderen en pluimvee’.

Daling van de veestapel

De wetenschappers ontdekten dat bij het herkoppelen van vee en voer de veestapel zou verkleinen. Vooral de pluimvee- en varkenssector, die zouden beiden met meer dan de helft afnemen. Nederland heeft een groot areaal blijvend grasland dat alleen gebruikt kan worden door runderen en schapen. Aan de andere kant is de hoeveelheid bouwland dat beschikbaar is voor de productie van voer voor varkens en pluimvee beperkt.

De veedichtheid in Nederland is momenteel het hoogst in Europa. Dit zorgt voor een overschot aan nutriënten in dierlijke mest, wat leidt tot grondwaterverontreiniging, uitstoot van broeikasgassen en overmatige ammoniakuitstoot. Dit draagt bij aan een hoge stikstofdepositie die schade toebrengt aan natuurgebieden.

Circulair voedselsysteem

Met de in het onderzoek beschreven veestapel zou nog steeds voldaan kunnen worden aan onze dierlijke voedselconsumptie. Als we verder zouden gaan naar een circulair voedselsysteem, waarbij akkerland zoveel mogelijk wordt gebruikt om voedselgewassen te produceren, zou de vleesconsumptie moeten halveren.

‘Het opnieuw koppelen van de veehouderij en de voederproductie is echter een logische volgende stap naar het creëren van een meer circulair voedselsysteem in Nederland’, zegt onderzoeker Imke de Boer. 'De hoeveelheid land voor voerproductie is dan een natuurlijke plafond voor het aantal dieren dat je kunt houden in Nederland. Onze verkenningen van het voedselsysteem kunnen worden gebruikt door beleidsmakers om het voedselsysteem te hervormen’.

De onderzoekers van WUR hebben een voedselsysteemmodel genaamd FOODSOM gebouwd dat ze hebben gebruikt om vier scenario's door te rekenen. Economische, politieke, financiële en maatschappelijke implicaties vallen buiten het bereik van dit onderzoek.