"De potentie van de Noordzee is enorm"
De Noordzee is een ‘antropogene zee’ geworden: een zee waarin de natuurlijke processen vrijwel allemaal beïnvloed worden door menselijke activiteiten. Met de natuurtransitie wordt geprobeerd de ecologische balans te herstellen.
- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de Video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan
Natuurtransitie
Bij de aspecten van de Noordzeetransitie is uit de benaming meestal vrij duidelijk waar het omgaat. De voedseltransitie richt zich op duurzame visserij en aquacultuur, de energietransitie gaat over windparken op zee om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Maar het woord ‘natuurtransitie’ is eigenlijk een curieuze term: alsof de natuur van de Noordzee iets anders moet worden, moet veranderen naar iets nieuws in de toekomst. Terwijl je het bij herstel van biodiversiteit veel eerder hebt over hoe het was in het verleden.
Martin Baptist en Oscar Bos, beide marien ecoloog bij Wageningen Marine Research, schetsen graag hoe de natuur van de Noordzee er ‘vroeger’ bij lag. ‘Er zijn oude foto’s van meters lange tonijnen die aan land werden gebracht’, zegt Baptist. ‘In de Nederlandse Noordzee zwom ook de vleet, een gigantische rog die bijna drie meter groot kon worden. Ook de grijze walvis kwam hier voor.’
‘De populaties van de grijze zeehond, voshaai, gevlekte gladde haai en hondshaai waren veel groter dan nu’, somt Bos op. De platte oester vormde reusachtige riffen van wel 35.000 vierkante kilometer, een belangrijke habitat voor vele andere soorten. Kabeljauwen van een meter groot waren vroeger geen uitzondering. Het is met “vroeger” natuurlijk altijd de vraag hoe ver in de tijd je terugkijkt. Maar dit geeft wel een beeld van wat we zijn verloren en inspiratie om te streven naar natuurherstel.’
Weide op zee
Hoewel de Noordzee al eeuwenlang wordt bevist, is de menselijke druk op het ecosysteem vooral met de Industriële Revolutie een factor van betekenis geworden. ‘Toen er eenmaal treinrails lagen, konden de oesters naar grote steden in Frankrijk en Duitsland geëxporteerd worden’, zegt Baptist. ‘Vanaf die periode ging het hard en begin 20e eeuw waren de oesters al verdwenen.’
Wat resteert, is een ingrijpend verarmd ecosysteem. Volgens Baptist is de Noordzee een ‘antropogene zee’ geworden: een zee waarin de natuurlijke processen vrijwel allemaal beïnvloed worden door menselijke activiteiten. ‘Door bodemberoerende visserij wordt de zeebodem steeds aangeveegd en daardoor groeien er veel opportunistische bodemdieren. Dat is goed voor tong en schol; nu net de vissen die voor ons commercieel interessant zijn. Het doet denken aan een weide waar we dieren houden die we periodiek weghalen om op te eten. Zonder die frequente verstoring van de bodem zou die op sommige plaatsen veel meer een soort hoogpolig tapijt kunnen worden met kokerwormen, hydroïdpoliepen, anemonen en zeenaaktslakken.’
En dat terwijl de Noordzee een van de meest rijke, productieve zeeën ter wereld is. Baptist: ‘De Noordzee is een zee van het continentaal plat, relatief ondiep, waar rivieren als de Rijn en de Theems veel voedingsstoffen naar toe brengen. Dat zijn allemaal omstandigheden die voordelig zijn, en de potentie van de Noordzee is dan ook enorm. Maar dan moeten we er wel ecologisch verantwoord mee omgaan.’
Onvoorziene effecten
Op allerlei manieren wordt geprobeerd de druk op het ecosysteem van de Noordzee te verminderen; die pogingen samen kunnen we de ‘natuurtransitie’ noemen. Natuurbeschermingsorganisaties pleiten ervoor 30 procent van de Nederlandse Noordzee opzij te zetten als natuurgebied; in het Akkoord van de Noordzee is het uiteindelijk 15 procent geworden, die in 2030 realiteit moet zijn. In dat jaar mag er geen bodemberoerende visserij plaatsvinden in die beschermde gebieden, waartoe onder meer delen van het Friese Front, de Doggersbank, de Klaverbank en de Borkumse Stenen behoren.
‘Daarnaast zijn er bijvoorbeeld beheerplannen voor specifieke soorten en een monitoringsprogramma voor de ecologische draagkracht van de Noordzee’, zegt Bos. ‘In windparken worden vaak ook “natuurinclusieve” oplossingen toegepast: op de stortsteen worden extra riffen gemaakt met grotere stenen waar het zeeleven zich tussen kan verschuilen. Het harde substraat van de voet van windturbines is sowieso een relatief nieuw, stenig habitat in de Noordzee, dus als ecoloog ben ik benieuwd welke soorten daar van gaan profiteren.’
Tegenwoordig zijn er talloze regels om de milieueffecten van economische activiteiten op zee te verminderen. ‘Vroeger werden er van olieplatformen boorvloeistoffen zo in zee geloosd, en als je over het strand liep had je vaak teer aan je laarzen’, zegt Baptist. ‘Dat is nu allemaal wel anders. Ook de visserijdruk neemt af door allerlei regelgeving en doordat de vloot steeds kleiner wordt. Interessant genoeg levert dat weer nieuwe onvoorziene ecologische effecten op: de wolken meeuwen die altijd achter vissersboten aan vlogen omdat er zo veel vis overboord werd gegooid, hebben het nu moeilijker. Een antropogene zee, ik zei het al.’
De vraag of al die maatregelen genoeg zijn om de ecologische balans te herstellen, wordt door verschillende partijen verschillend beantwoord. Natuurbeschermers stellen dat 30 procent beschermd gebied het minimum is om een marien ecosysteem in stand te houden. Wageningen Marine Research zegt: dat moeten we onderzoeken. Baptist: ‘De effecten van quota op de vissen die wij graag vangen worden wel onderzocht. Maar er zijn ruim 200 vissoorten in de Noordzee en van veel daarvan hebben we nauwelijks een beeld hoe de populaties zich ontwikkelen. Het beleid richt zich voornamelijk op de commercieel interessante soorten.’
Warmer zeewater
Wat daarbij ook een rol speelt, is dat de ecologische effecten mogelijk veranderen als economische activiteiten worden opgeschaald. ‘Er staan nu honderden windturbines op de Noordzee, maar tegen 2050 zullen dat er 5.000 zijn’, zegt Baptist. ‘Of neem de zandwinning: die verandert de vorm van de zeebodem, waterbewegingen en slibvang, en doodt natuurlijk veel zeeleven. Die effecten zijn nu voornamelijk lokaal, maar de zeespiegel stijgt en we hebben steeds meer zand nodig voor duinen en zeeweringen. Bovendien zijn er plannen om voortaan zand uit diepere putten te winnen, tot 12 meter diep. Ecologische effecten die nu te overzien zijn, zijn dat straks misschien niet meer.’
En dan is er natuurlijk nog klimaatverandering. Ook een gevolg van menselijke activiteiten, en een die grote impact heeft op het mariene ecosysteem. ‘De Noordzee warmt op en dat is slecht nieuws voor de ene soort en goed nieuws voor de andere’, zegt Bos. ‘De kabeljauw trekt weg, en zeebrasem en zeebaars komen juist uit zuidelijker streken onze kant op.’
Warmer zeewater heeft allerlei gevolgen voor het gedrag, de fysieke ontwikkeling en de voortplanting van het zeeleven. Vissen gaan bijvoorbeeld eerder in het jaar paaien. ‘Daardoor kan er een mismatch ontstaan met het voedselaanbod’, zegt Bos. ‘Algen zijn bijvoorbeeld nog niet in bloei, en daardoor is er ook nog niet veel zoöplankton, dat wordt gegeten door jonge vissen. De timing klopt niet meer en daardoor gaat het hele systeem op de kop. Bovendien: als zeewater warmer wordt, worden de vissen actiever. Ze verbruiken meer energie en hebben dus ook meer voedsel nodig, waardoor de predatiedruk door die soorten ook weer verandert.’
Baptist vult aan: ‘De meeste dieren in de Noordzee zijn koudbloedig. Hun hele fysiologie wordt aangestuurd door de temperatuur van het zeewater. Dus als die toeneemt, kun je je voorstellen dat dit allerlei ingrijpende gevolgen heeft.’
Wormen en robots
Net als bij de voedseltransitie en de energietransitie ondersteunt Wageningen Marine Research de natuurtransitie met talloze onderzoeken, die data en inzichten opleveren waar beleid op gebaseerd wordt. ‘We onderzoeken bijvoorbeeld die energiehuishouding van vissen, met zogenaamde dynamische energiebudgetmodellen’, zegt Baptist. ‘Daarnaast doen we onder meer onderzoek naar zoöplankton, plastic in de magen van noordse stormvogels en naar Sabellaria-riffen. Die worden gevormd door wormen die kokertjes van zandkorrels en stukjes schelp om hun lichamen bouwen. Die kokers kunnen uitgroeien tot grote riffen van zandsteen, natuurlijke 3D-structuren in de Noordzee. Sabellaria-wormen zijn echte ecosysteem-ingenieurs.’
Ook de biodiversiteit rond windparken wordt gemonitord. Bos: ‘We kunnen nu met een robotarm de begroeiing van windturbinepalen schrapen en in een potje doen om later in het lab te analyseren welke soorten er voorkomen. Ook werken we samen met bedrijven die met onderwaterdrones de steenbestorting en natuurinclusieve riffen goed kunnen monitoren. Op andere locaties met oesterriffen of interessante zeebodems zijn AUVs geschikt; autonomous underwater vehicles. Dat zijn robots, in de vorm van een torpedo, die de zeebodem in beeld brengen. Zo heeft Lobster Robotics duizenden foto’s van de zeebodem gemaakt bij het oesterrif in de Voordelta, en die tot beelden van 20x20 meter samengevoegd. Dat geeft ons direct heel veel inzicht in de biodiversiteit en de structuur van het rif. Vroeger waren we aangewezen op camera’s die maar een klein stukje konden laten zien.’
Wat is volgens de ecologen nu nodig om al die economische activiteiten op de Noordzee zodanig in te richten dat het ecosysteem een nieuwe balans kan vinden? Baptist: ‘We hebben veel kennis nodig om duurzaam gebruik van de Noordzee in de praktijk uit te voeren. Met name van de optelsom van al die factoren – windparken, klimaatverandering, bevissing – en de interactie daartussen.’
‘Belangrijk is elke economische activiteit een eigen plek te geven’, zegt Bos. ‘Dat betekent dat sommige gebieden ook echt voor de natuur zijn. Er is bij elke activiteit eindeloos overleg tussen belanghebbenden, maar er komt ook een moment waarop we heel duidelijk moeten afspreken: dit is een natuurgebied, dat laten we dan ook aan de natuur, en daar mag je even niets.’
Al met al zal verder ecologisch onderzoek een voortdurende noodzaak blijven. ‘We weten dat de Noordzee een van de productiefste zeeën ter wereld is’, besluit Baptist, ‘maar we weten ook dat de Noordzee een van de drukste zeeën ter wereld is. Intensieve scheepvaart, visserij en energieopwekking – en dat door meerdere landen met soms verschillende belangen, allemaal in dezelfde zee. De potentie en de drukte van de Noordzee zullen altijd op gespannen voet blijven staan. We moeten ervoor zorgen dat dit wel goed gaat en goed blijft gaan.’